Werkblad - Bezetting vergelijk YTD – trend

Introductie

Dit werkblad laat het YTD‑verloop van geboekte nachten zien voor een basisjaar (bijv. 2025) versus een vergelijkjaar (bijv. 2024). Met de trend (weken‑terug) zie je niet alleen of je nu vóór of achter loopt, maar ook hoe dat zich de afgelopen weken heeft ontwikkeld. Ideaal om bezetting en boekingsdynamiek te analyseren over een heel jaar of langere periode.

Verschil met Pickup

Deze YTD‑trend lijkt op een pickupgrafiek, maar is niet hetzelfde:

  • As‑definitie: in pickup is de x‑as “aantal weken/dagen voor aankomst”; hier is de x‑as “aantal weken terug t.o.v. nu”.
  • Toekomst: pickup toont ook wat er in het vergelijkjaar al geboekt was voor toekomstige verblijven; YTD‑trend focust op het cumulatieve niveau t/m peildatum.
  • Gebruik: YTD‑trend is geschikt voor jaar/langere verblijfsperiode analyse. Pickup voor specifieke verblijfsperioden en korte‑termijn sturing.

Hoofd‑KPI’s (bovenin)

  • KPI 1 – Bezetting nachten {basisjaar} YTD

    Totaal geboekte nachten t/m vandaag in het basisjaar binnen je selectie.

  • KPI 2 – Bezetting nachten {vergelijkjaar} YTD

    Totaal geboekte nachten t/m dezelfde peildatum in het vergelijkjaar.

  • KPI 3 – Verschil in nachten YTD (#)

    Absoluut verschil: basisjaar minus vergelijkjaar.

    Snelle check: positief = basisjaar loopt voor; negatief = loopt achter.

  • KPI 4 – Verschil in nachten YTD (%)

    Procentueel verschil tussen basisjaar en vergelijkjaar.


Visualisaties



1) YTD bezetting – aantal nachten per aantal weken terug (lijngrafiek)

Wat zie je?

Twee cumulatieve lijnen: basisjaar en vergelijkjaar. Y‑as = totaal geboekte nachten, X‑as = weken terug (0 = deze week, 1 = vorige week, enz.).

Wat kun je ermee?

  • Zie of en wanneer het basisjaar de achterstand/voorsprong opbouwde.
  • Verschil in stijging laat zien hoe snel de boekingen de laatste weken toenemen.
  • Vlakke stukken in de lijn betekenen weinig netto boekingen of juist veel annuleringen.

2) YTD bezetting – verschil cumulatief per aantal weken terug (staafgrafiek)

Wat zie je?

De ruimte tussen de lijnen uit grafiek 1, vertaald naar staven: basisjaar − vergelijkjaar per week. Y‑as = verschil in nachten; X‑as = weken terug.

Kleur: groen = basisjaar vóór; rood = basisjaar achter.

Wat kun je ermee?

  • In één oogopslag zien hoe groot de voorsprong/achterstand is.
  • Mutatie week‑op‑week = verschil van de huidige staaf t.o.v. vorige staaf → geeft groei/daling van de voorsprong aan.

3) Afwijking bezetting in aantal nachten per aanbod (verticale staaf)

Wat zie je?

Afwijking (basisjaar − vergelijkjaar) per aanbodniveau. Y‑as = (Park → Objectsoort → Objecttype via drill‑down). X‑as = afwijking in nachten. Gesorteerd van meest negatief naar meest positief.

Wat kun je ermee?

  • Achterhaal waar de achterstand/voorsprong ontstaat.
  • Gebruik de drill‑down om te bepalen welke parken/typen de daling of juist de groei veroorzaken.
  • Combineer met kanaal/herkomst‑filters voor snelle oorzaak‑analyse.

4) YTD bezetting per aantal weken terug – (tabel)

Wat zie je?

Een detailtabel met alle tussenstanden per week‑terug.

Kolommen

  1. Aantal weken terug – 0, 1, 2, …
  2. Peildatum (basisjaar) – kalenderdatum voor het basisjaar bij die week‑terug.

    – Voorbeeld: basisjaar = 2025, vergelijkjaar = 2024, vandaag = 29‑10‑2025 → bij 1 week terug is de peildatum 22‑10‑2025.

  3. Nachten {basisjaar} YTD – totaal t/m peildatum (zoals in grafiek 1).
  4. Nachten {vergelijkjaar} YTD – totaal t/m overeenkomstige kalenderdag in het vergelijkjaar (zoals in grafiek 1).
  5. Verschil # – nachten basisjaar − nachten vergelijkjaar. Groen = positief; rood = negatief.
  6. Verschil % – (basis − vergelijk) ÷ vergelijk. Groen/rood zoals hierboven.
  7. Mutatie # – week‑op‑week verandering van Verschil #. Je kunt nog steeds voorlopen, maar als de voorsprong krimpt, is deze mutatie negatief.
  8. Mutatie %-punt – week‑op‑week verandering van Verschil % in procentpunten.

Leeswijzer & kleine tips

  • Kleuren: In verschilgrafieken groen = positief, rood = negatief.
  • Snelheidscheck: komen de lijnen dichter bij elkaar? Dan krimpt het verschil. Gaan ze uit elkaar? Dan groeit het verschil (beter of slechter, afhankelijk van wie boven ligt).
  • Annuleringen tellen mee als negatieve mutaties tot peildatum.